Een kleine prins(es)

Naar ‘Le petit prince’ van Antoine de Saint-Excupéry
voor iedereen vanaf 8 jaar

Prinsesje woont op een piepkleine planeet. Zo eentje met drie kleine vulkaantjes. Zij zorgt daar voor Roos. En voor de rest probeert zij de apenbroodbomen uit te roeien, die steeds weer als onkruid uit de grond schieten en een echte bedreiging vormen voor haar planeet.
Prinsesje is natuurlijk ook wel een beetje nieuwsgierig naar hoe het er aan toegaat in de rest van het heelal. Daarom gaat zij op reis.
Op de planeten die zij bezoekt, ontmoet zij een dwaze koning, een ijdeltuit, een zakenman, een dronkenlap, een aardrijkskundige… De laatste planeet die zij bezoekt is de aarde. Op de aarde ziet Prinsesje een heleboel mooie, bloeiende rozenstruiken. Zij vindt ze prachtig, maar is ook wel een beetje teleurgesteld. Prinsesje dacht immers dat haar Roos de enige was in het hele universum.
Zij ontmoet ook nog Vos, die Prinsesje vertelt dat zij niet verdrietig hoeft te zijn, want dat Roos wel degelijk uniek is en speciaal, omdat Roos de roos is waarvan Prinsesje houdt.
Maar… Er is natuurlijk ook nog… Slang…

Le Petit Prince is een poëtisch verhaal van de hand van schrijver en piloot Antoine de Saint-Exupéry, gepubliceerd in 1943. Het werd ondertussen vertaald in meer dan 60 talen. De illustraties, van de hand van de auteur zelf, zijn minstens zo bekend geworden als het boek zelf. De Saint-Exupéry schreef dit moderne sprookje toen hij in een hotel in New York verbleef. Het is zijn bekendste boek en geldt als het vaakst vertaalde boek uit de Franse literatuur. In 1999 eindigde het boek op de vierde plaats in Le Mondes verkiezing van de 100 beste boeken van de eeuw.

Een verhaal over verstarde denkpatronen en ongebreidelde fantasie, over kinderlijke onschuld en zinloze obsessies, over temmen en getemd worden.

“Alleen met het hart kun je goed zien. Het wezenlijke is voor de ogen onzichtbaar.”

Tekst, concept en spel: Jos Dom
Concept en spel: Jolijn Antonissen en Johan De Paepe
Techniek en decor: Rudy Wagemans
Kostuums: Elvira Van Bavickhove
Duur: 60’

Met dank aan: Sint-Ursulalyceum Lier, Joke Wijnants, Juleke Cole, Thomas Crols en Katrien De Becker